Hoe komt het dat ik kan autorijden? Dat is een vraag die ik me al vaak gesteld heb. Want het verkeer is chaotisch : veel auto’s, fietsers, voetgangers die niet kijken waar ze lopen omdat ze op hun telefoon bezig zijn, een omweg, chauffeurs die de regels niet respecteren,… Ik, die nood heb aan een zekere vorm van voorspelbaarheid, die zich strikt aan de verkeersregels houd, hoe kan het dus dat ik zonder problemen en te veel stress van plaats A naar plaats B kan rijden? En zelfs kan genieten van het autorijden!
Wel, ik anticipeer voortdurend. Ik houd rekening met een heleboel scenario’s, ik kijk mijn ogen uit langs alle kanten (bij wijze van spreken), ik wantrouw iedereen (je weet nooit wat iemand van plan is: voetganger die plots oversteekt, wagen die op het laatste nippertje van rijvak wisselt, dat er file kan zijn, een omweg,…).
Zelfs als ik voorrang heb, kijk ik toch om te zien of er geen chauffeur is die denkt dat hij/zij mag doorrijden.
In het gewone dagelijkse leven anticipeer ik ook heel vaak. Als ik weet dat er thuis bezoek zal zijn, dan denk ik aan wat er allemaal nodig is: frisdrank, koekjes, snoep voor mijn neven en nicht ; de kamers in orde maken mochten ze blijven slapen ; ik ga ook Netflix series downloaden om offline te bekijken want het Internet zal niet goed werken omdat we er met velen op zitten (ik weet dat de ouders het nodig hebben voor hun werk, en de kinderen om met hun vrienden te communiceren, spelletjes te spelen, op YouTube zitten,… dus zet ik de WiFi verbinding uit op mijn apparaten).
Ik probeer mijn rust/alleen tijd ook vooruit te plannen. Ik ben nu al meer dan een week in mijn eigen stekje, omdat ik erna thuis nodig zal zijn. (Het was al anderhalf jaar dat ik er niet meer geweest ben). En hier heb ik ondertussen bijna alles grondig gepoetst. Want wie weet wanneer ik de volgende keer terug zal komen?
Bij het boodschappen doen, denk ik ook na: als ik s’morgens naar de bakker ga voor pistolets, bedenk ik me of er brood nodig is voor de avondmaal. Want als ik in de namiddag terug ga, is er vaak geen brood meer.
Als ik zeer gestresseerd ben, weet ik dat het beter is dat ik de wagen niet neem. Want mijn gedachten zijn te veel met andere zaken bezig, en ik kan mij niet focussen op wat er rondom mij gebeurt. Ik heb dit jaren terug meegemaakt. Ik was redelijk overstuur (weet niet meer door wat). Ik heb toen tegen een tram gereden. Ik wilde hem voorbijsteken omdat er een wagen fout geparkeerd was, maar heb geen rekening gehouden met het feit dat de tram naar rechts ging.
Gelukkig waren er geen passagiers meer. Sindsdien let ik nog meer op trams en bussen.
Dus, ik zou kunnen zeggen dat anticiperen niet uit mijn leven te denken is. Volgens mij is het een manier om te overleven, om niet in paniek te raken, om ergens de controle te bewaren (ook al kan ik nooit over alles controle hebben).
Dit is dus ook een reden dat ik nooit uitgerust ben.
Is dit herkenbaar bij anderen? Anticiperen jullie ook continu? Is dit kenmerkend voor mensen met autisme, of doen neurotypische mensen dit ook?
Reactie plaatsen
Reacties
Ik anticipeer te weinig in het verkeer en wordt daardoor nog al eens overvallen door situaties…
een plots overstekende voetganger, een op de rijbaan geparkeerde auto waar ik omheen moet en meer. Ik ben in mijn hoofd met heel andere dingen dan het rijden bezig, dat is vaak het probleem. Of mijn oog wordt door iets getrokken: een mooie vrouw, een oldtimer, whatever en ben daardoor afgeleid.
Ieder mens is anders, iedere autist is anders, meer kan ik er niet van maken.
Nu anticipeer ik meer dan vroeger. Met mijn To Do-app houd ik bij wat gedaan moet worden en probeer per dag tot maximaal drie dingen te doen. Moet wel op mijn lichaam letten om mij niet te overbelasten. Dingen die ik wil onthouden schrijf ik op of bewaar ik in Evernote, mindmaps om dingen te schematiseren in XMind.